Je legde alles in een kartonnen doos.
Het warmste gevoel helemaal onderaan,
als wollen trui voor wintertijd,
en blijdschap in de plooi van het katoen,
daarboven de verwantschap - licht en broos na al die tijd. En spijt
- als zijden sluier – dekte alles toe.
Bovenop dit linnen legde je de ansichtkaart, waarvan je het beeld niet helemaal begreep : Een hert dat naar je keek,
met bruine, warme ogen. Waarom je deze prentbriefkaart kreeg,
probeerde je te vergeten. Toch
sprak het duidelijke taal.
Midden in de wanorde - in dit kluwen van emoties - stond het hert,
met sterke rug en schouders en zwaar gewei op trotse kop.
Een schouder die wou dragen.
@Marijke Coppens
Geen opmerkingen:
Een reactie posten