zondag 13 oktober 2019

Het verhaal van de prinses die zich vooroverboog om de kikker te kussen maar in het water viel en kringen achterliet op het wateroppervlak



Nina duwde de hoge deur nieuwsgierig open. Oom had dit jaar wel een heel bizar verjaardagsgeschenk gegeven. Een toegangsticket tot de Wil-je-wel-eens-wat-Zaal.
“Kies zelf maar uit. Er ligt vast iets dat jij als geschenk wil hebben,” had hij op een briefje geschreven. Ze verfrommelde het en gooide het op de grond. Met grote passen stapte ze naar het voorwerp dat het dichtst bij de deur stond. 
“Open mij en ik breng je overal naartoe,” fluisterde een koffer.
Het was een mooie koffer, uit rode geweven stof en gouden letters op zijn buik. Nina streek met haar witte vinger over de letters. P…A…R…I…S.
Parijs was zonder twijfel een mooie stad. Maar of ze daar nu werkelijk heen wilde? Ze keek rond in de grote zaal en liet de koffer ongeopend achter.
“Draai aan mijn slinger, en ik geef je alle tijd,” galmde een staande klok.
Het was een mooie klok. Getimmerd uit rood mahoniehout, met een gouden slinger die over Romeinse cijfers liep.
“Kunt u mij meer tijd geven dan mijn leven aankan?” vroeg Nina.
“Dat kan ik en dat wil ik,” antwoordde de klok, “Ik zou zelfs zeggen : ik sta erop.”
Nina legde een vinger op haar mond en draaide zich rond in de zaal. Er was zoveel waaruit ze kon kiezen. Zoals die witte haas aan het raam. Naast hem stond zijn vriendin. Die knipoogde naar Nina, en zei :
“Je bent zo groot als ik hier aanduid.”
Nina sperde haar ogen open. Was ze maar zo groot?
“Kan jij me groter maken dan?”
Ze kreeg geen antwoord. De witte haas zelf duwde het handje van zijn vriendin weg en riep : “Draai vooral niet aan het roer!”
Nina staarde naar een roer aan zijn lange voeten. Waarom mocht ze er niet aan draaien? Dat was vast een valstrik. Verveeld keerde ze hen de rug toe. Die hielpen haar niks verder.
Links van de hazen stond een schildpad van witte schelpen. Op de rug droeg hij een kleintje. De kleine schildpad draaide zijn kopje traag opzij en gniffelde: “Ik surf dit hele bord rond.”
“Waarom hangt dit bord onder mijn voeten?” vroeg de grote schildpad loom.
Nina keek hen met gefronste wenkbrauwen aan.
“Welk bord? Ik zie helemaal geen bord.”
De schildpadden lieten hun kop hangen maar gaven geen antwoord. Nina zuchtte kwaad. Toen zag ze de kroon. Het zonlicht blonk in de ingelegde diamanten. Nina knielde ernaast. Ze hield haar adem in. Zoiets moois had ze nog nooit gezien. Ze zette hem voorzichtig op. Niet veel verder prijkte een ijzeren kelk. De kelk lonkte naar de kroon.
“Hang de zon nu maar terug, wil je?” sprak de kelk.
“Wat zeg jij nu,” stamelde Nina en keek rond in de zaal. Ze zocht een spiegel.
“Die kroon is te groot voor de wereld, prinses.”
Nina nam de kroon van haar hoofd en liet hem bijna vallen. De prachtige glans was plotseling weg. Ze legde hem terug en stapte met een pruilmondje weg. Daar zat een lelijke hagedis. Zijn slijmerige huid zat vol met wratten. Met puilende oogjes loerde hij naar Nina.
“Wat doe jij in de Zaal met Wil-je-wel-eens-wat,” vroeg ze, “wie wil er nu zoiets lelijks?”
Zonder iets te zeggen, kroop de hagedis vanonder zijn lelijke huid en veranderde in een mooie prins. Nina sloeg haar handen voor haar mond. Maar de prins trok een boos gezicht en  liet haar achter. Nu werd Nina toch wel heel droevig. Op een rond tafeltje stond een dienblad met koffie, taart en suikerklontjes. Maar de koffiekop verkoos om leeg te blijven.
Tot plotseling een kikker voor Nina’s voeten sprong en hikte :
“Knip maar met het vingertje.”
Nina deed wat de kikker vroeg.
Achteraan in de zaal begon de staande klok luidop te tikken. Van de zeven naar de negen, over de vijf, hop naar de drie en zo helemaal naar gelijk aan drie maal zeven.
Water stroomde over Nina’s voeten. Het krulde in golven haar slanke benen omhoog.
“Kus me dan,” riep de kikker. Ten einde raad deed Nina ook dat. Ze boog zich voorover om de kikker te kussen, maar viel in het water en liet kringen achter op het wateroppervlak.
Toen werd alles akelig stil. Waar was Nina ?
Zij stond nu aan het raam in de zaal met een dik boek in haar fijne handen.
“Zal ik je eens een mooi verhaaltje vertellen?” vroeg ze lief. Maar het boek vloog weg van zijn verhaal.
En zo groeide oompjes rariteitenkabinet elke keer een beetje meer.


©Marijke Coppens

dinsdag 23 juli 2019

Watou 2019 - Saudade - Niets bestaat dat niet iets anders aanraakt (citaat : Jeroen Brouwers, Bezonken rood)

Het is meer dan 10 jaar geleden dat ik het kunstenfestival in Watou heb bezocht. Dikwijls had ik plannen om nog eens te gaan, maar het bleef bij plannen. Dit jaar viel de uitnodiging pardoes  in mijn schoot, door Anneke, die samen met mij en een 9 tal andere kunstenaars in het kunstenaarscollectief “Het Derde Raam” zit.  
Ik dacht dat ik heel wat creaties zou moeten ontwerpen zodra ik me bij deze groep  aansloot, maar daar werd gelukkig geen druk op gezet. Tot nu toe bleef ook dat immers bij veel plannen.  Het resultaat van mijn woordenkunst blijft graag nog wat zitten in mijn hoofd. Maar dat is op zich geen probleem.  Want elke kunstenaar  creëert op zijn eigen manier, in zijn eigen tijd, met zijn eigen materiaal en in de eigen gekozen ruimte. Dat lukt niet steevast om het in ons atelier te doen. De ruimte wordt gelukkig al aardig opgefleurd met foto’s en kunstcreaties van enkele van onze leden. 
Gisteren gingen we met zijn 8 op verkenning naar Watou : Guido, Ann, Marc, Willy, Ursula, Marijke, Sonja en Geert.  Aan creatievelingen geen gebrek. De dag was blij en overgoot ons met zonnestralen. De mensen waren goedgeluimd, terrasjes niet te vol. Gelukkig vonden we na 3 terrassen toch één waar ze bereid waren ons enkel van drank te voorzien. Het eten mocht nog wat wachten. We wilden eerst nog kunst opsnuiven. Dat begon met een lekker streekbiertje voor sommigen en koffie voor anderen. Kunst uit zich in vele vormen en inspireert zonder twijfel.
Anneke had wat informatie opgezocht. Het thema was Saudade, een woord afkomstig uit het Portugees en wat zoveel wil zeggen als verlangen naar iets dat men al kwijt is. Het gaat vooral over weemoed, over nostalgie, een treurige blijdschap of een vreugdevol verdriet, maar in elk geval iets waar Portugezen van doordrongen zijn. Dat gevoel vlocht zich door alle kunstwerken heen en zong in de melancholische klanken van de fadomuziek, die de toeschouwers te horen kregen in oa de Doeviehoeve. Daar kropen de tonen naar je oren vanonder een houten eiland op het gras. Maar ook op het eerste bezoekpunt, het Festivalhuis, ademde de sfeer in de trappen en op zolder een donker verlangen uit. Er was het prachtige gedicht “Mooi Indigo” van Roger De Neef waar de kleur Blauw naar voren sprong, niet alleen door de woorden zelf maar ook door het kunstwerk dat  rechtover dat gedicht hing met de contouren van een lichaam die bijna tegen het blauwe vlak ernaast aan lag. Dit hoorde zonder twijfel bij Guido die zot is van het typische blauw van kunstenaar Yves Klein.
Ik geef je de kleur van geboorte en droefheid. Niet het blauw in je hoofd maar het bevroren blauw van de vlam. Het blauw van het uur blauw,  ’s ochtends net voor de ochtend, …
En zo ging het verder. Ik wou dat ik het geschreven had… Op zolder hingen dan weer foto’s waar de intensiteit van de kleur zwart een magische aantrekkingskracht leek uit te oefenen op mijn ogen.  De schemering op zolder, de oneffen houten vloerplanken, de glazen kaders en dakramen met enge  dikke spinnenwebben bekleed,... dat alles creëerde een duistere sfeer. Maar wel  één die mij vervulde met een warm gevoel, alsof een hoekje diep in mijn herinneringen beroerd werd, de tijd waarin ik door het venster staarde naar de blauwe lucht achter de toppen van de bomen en ik in het trillen van de zomerwarme lucht een andere wereld zag.



















De fotografen onder ons lieten zich gaan. Beelden genoeg om te scheppen, en het is een kunst om die op hun eigen manier vast te leggen. Benieuwd of dit veel nieuwe werken zal opleveren. Zo kregen de kunstwerken waar we naar keken een extra accent door de lens van de camera : kunstwerk... mensen... ruggen... vloer… en de vinger wees omhoog en eiste alle aandacht.





Om 13 uur eventjes pauze en lekker eten in het Hommelhof. Gezellig keuvelen aan tafel, genieten van een fris aperitiefje, een heerlijke maaltijd en een pittige koffie.  Anneke en Marc hebben dat goed georganiseerd.
Bij elk punt meldden we ons aan met ons ticket. En we hadden onze eigen hulpvaardige gids bij, die zich op elke stoel die hij vond neervlijde naast een jonge suppoost en haar hielp met het doorgeven van onze tickets, Geert de sloeber...😄 



Er was de kunst en er waren de gebouwen waar de kunst werd tentoongesteld. Soms liepen beide begrippen door mekaar, want wat een indrukwekkende  decors hier en daar. De huizen, de brouwerij, het klooster met de witte muren, de houten trappen, de kerk met de astronaut en zijn kruis, met de bambie en zijn spiegelbeeld, het kerkhof in wording met het takkenhuis en het raam dat sprak met de dood. Het veld met stenen in de grond waarop wijze woorden stonden geschilderd. Het sms’je over gemis, ik mis dus stuur ik mezelf een sms met “ik mis je”, zodat ik denk dat ik gemist word…
En dan het zicht op oneindig in de velden achter de Douviehoeve, waar de pluizige ezels stonden. Daar prijkten grote houten borden heel ver in het landschap met de woorden : “Om ter verst". Waardoor je nog verder dan ver keek, nog voorbij de einder, tot voorbij de tijd, voorbij je wensen en verlangens, om dan weer terug te keren naar het hier en nu en de lieve mensen rondom ons.



 Saudade, het klopte. Alles raakte aan. Maar niet alles raakte mij. Sommige kunstwerken gingen aan mijn ziel voorbij. Deden me met gerimpeld voorhoofd staren. Plastic flesjes aan elkaar gehecht als waren het darmen en die aan draden werden opgehangen, een bloempot op een kapot rek, een konijn dat warmwaterkruiken achter zich aan trok, een stal vol zwammen, een kamer vol steengruis op de vloer, kaders vol prullaria, … het zal vast een boodschap hebben, maar mijn oren bleven doof.

Wat me wel raakte, wat rechtop bleef staan in die veelheid aan kunst, was een foto in het Klooster die gemaakt werd door Arjan Spannenburg. Helemaal aan het einde van een gang hing de afbeelding van een jongeman die in het licht voorover gebogen stond met het hoofd tegen de muur. Op die manier raakte hij zijn schaduw aan en zijn hand aaide de schaduwhand. Alles werd stil in mijn hoofd terwijl ik ernaar keek. Alleen mijn hart fluisterde woorden van ooit en teder en kom. Raak me aan want ik besta.

foto van Arjan Spannenburg


Marijke Coppens – 21/07/2019
Foto's  van Guido De Vos en Marc De Meuleneire

zaterdag 20 april 2019

Verder


Het is er. Ons boek. Ons poëzie-foto boek. 
“Verder, fotografie knipoogt naar poëzie”

De voorstelling van ons boek voorbije donderdag doet mij nog altijd glunderen. Het was zo fijn om deze geboorte te kunnen delen met onze families en vrienden, met mensen die ons inspireren, die ons hart verwarmen, die ons kennen en getuige waren van het ontstaan en van het groeiproces.
Dat we “Verder” konden voorstellen in het prachtige decor van het Egmont kasteel en de bibliotheek. Een plek die zo tot de verbeelding spreekt met haar stenen trappen, donker hout, erkers en bogen, met de geur van lente in het park, in het zachte licht van de ondergaande zon.

Dank je wel, aan de burgemeester, aan de schepen van cultuur, en aan Sandra De Roeck, diensthoofd Vrije Tijd Zottegem, voor de mooie woorden !

Dank je wel, Aline Billiet, grafisch ontwerper, voor het bijzondere verhaal dat tot vorm kwam met onze woorden en beelden, en Geert van der linden, voor de veelzeggende portretfoto.
Dank je wel, aan Koen De Keukeleire en de medewerkers van de Bibliotheek, aan de mensen van Ratatoe voor het geluid.

Dank je wel, aan mijn lieve dochters, Yana en Farah, die als Dames Blanches de woorden lieten dansen op muziek.

En dank je wel, Guido, om dit project met mij te willen doen. En om ook op dit evenement fotograaf te willen zijn.


Dit werd een onvergetelijke prachtige dag door jullie allemaal.





zondag 10 februari 2019

Het leven is


...alsof de zee je overspoelt, elke dag opnieuw, en telkens ze zich terugtrekt, neemt ze een stukje van je mee, richting horizon.

Hoe ouder ik word, hoe beter ik dat beeld begrijp. Misschien omdat ik het eerder voel dan dat ik het vat. Het is de taal van mijn hart, niet van mijn hoofd. Loslaten...

Gisteren nog werd een gelijkaardig beeld opgehangen op een begrafenis. Zoveel begrafenissen. Soms vraag ik me af of je meer naar begrafenissen gaat als volwassene dan als jongere. Of komt het doordat je gewoon meer begrafenissen op je teller hebt naarmate je ouder wordt ? Je wordt er in elk geval meer mee geconfronteerd. De som wordt alsmaar groter. De vraagtekens ook. Alleen de uitroeptekens krimpen met de tijd. De verbazing ruimt plaats voor gelatenheid, voor aanvaarding.

Maar het zijn de drie puntjes die me meer en meer bezighouden. Die open zin. Er loopt iets verder... toch? In die opeenvolgende puntjes schuilt zoveel. Hoop, geloof, wanhoop, woede, verdriet, en dan weer hoop, en dan weer vragen, en dan weer een punt, je laat het hoofd hangen, gevolgd door nog twee puntjes, je kijkt omhoog...

Want ophouden, doet het nooit. Hoe meer je moet loslaten, hoe meer je wil vasthouden.

En dan zijn er de herinneringen die worden gedeeld, de anecdotes die je doen glimlachen, terwijl de pijn vanbinnen schrijnt. Net als ijs dat smelt onder warme chocoladesaus.

Zo denk ik aan de vooravond van mijn 50e verjaardag aan de zee en aan ijscrème. Aan reizen en aan dessert. In deze zin houdt het veel belofte in. En dat is het ook, het leven belooft naarmate je ouder wordt. Geen tijd meer te verliezen, niet meer treuzelen, nu wordt het spannend, want de horizon komt steeds dichter bij.  Niet dralen, maar leven, volop !

Laagje voor laagje neemt de zee je immers met zich mee, spoel je weg, laat je los, maar het natte zand houdt je herinnering vast.

Veel liefs aan het leven.



















@Marijke Coppens

zondag 27 januari 2019

Er komt een boek...


Het is verbazend hoe zondagen zo anders kunnen zijn. Vandaag is zondag druilerig grijs. De bomen hangen er maar triestig bij. Vorige zondag bibberden ze nog onder de witte vrieskou. Hun takken reikten hoopvol naar de stralende zon. Wat een meevaller trouwens dat zondag toen zo anders was. We zouden immers naar buiten gaan, om foto’s te laten nemen. En de foto moest passen bij ons boek, bij het thema. Guido De Vos had een heel goed idee om het thema om te zetten in een beeld.  Hij riep de hulp in van een vriend-fotograaf, Geert Van der Linden, want dit is de enige foto die niet door Guido werd gemaakt. Guido en ik waren voor een keer zelf het onderwerp. De fotograaf en de dichteres.

Zo komen we stapje voor stapje dichter bij het resultaat. Eerst waren er foto’s en woorden, los van elkaar. Toen vloeide - als bij toeval - alles samen in een idee. Er werd een titel bedacht. Aline Billiet, grafisch ontwerper, boetseerde onze creaties tot één geheel en verraste ons met het verhaal dat zij ervan heeft gemaakt.

We hebben een ISBN nummer, ook dat van het wettelijk depot, de namen van iedereen die meewerkte aan deze creatie, verwijzingen naar websites... En straks, straks houden we het boek daadwerkelijk vast. Straks kan ik het papier onder mijn vingertoppen voelen, laat ik mijn vingers glijden over de letters en de foto’s.

Maar wanneer straks is, kan ik nog niet vertellen. Dat groeit nog gestadig door, de uitwerking van ons idee. Zo gaan we verder in dit verhaal.

“Verder”. Zo heet ons boek 😉

"Verder, fotografie knipoogt naar poëzie”